Achtergebleven vrouwen centraal bij herdenking razzia Rotterdam
In dit artikel:
Bij de herdenking van de razzia van Rotterdam lag dit jaar de nadruk op de vrouwen die achterbleven toen op 10 en 11 november 1944 ongeveer 52.000 mannen en jongens uit Rotterdam en Schiedam door de nazi’s naar Duitsland werden gedeporteerd voor dwangarbeid. De ceremonie bij het Razzia Monument aan de Parkkade — dat in 2023 werd onthuld — richtte zich op het lot van die vrouwen en moeders: de onzekerheid over het lot van hun mannen, het gebrek aan voedsel en brandstof tijdens de hongerwinter en de psychische last die dat met zich meebracht.
Burgemeester Carola Schouten en René Versluis, voorzitter van stichting Razzia Monument Rotterdam, benadrukten dat veel gezinnen nooit meer compleet werden — naar schatting zo’n 2.000 gedeporteerden keerden niet terug — en dat de angst werd versterkt doordat bommenwerpers vaak boven de Duitse doelen vlogen waar hun mannen te werk waren gesteld. Beide sprekers wezen erop dat na de oorlog weinig ruimte was voor het vertellen van deze ervaringen: overlevenden werden geacht door te gaan, terwijl onverwerkte trauma’s en gezinsverdwijningen jarenlang werden genegeerd.
Met de herdenking en het monument willen betrokkenen die verhalen nu expliciet aandacht geven en herinneren aan de verscheuring van families tijdens die razzia.