'Het kwam door de pil', zegt Ali (27) over de ruzie met zijn vriendin
In dit artikel:
Ali (27) stond bij de politierechter in Dordrecht terecht voor opnieuw huiselijk geweld tegen zijn vriendin Irem; hun namen zijn gefingeerd. De ruzie die nu geleid heeft tot de zitting vond eind mei plaats in het appartement van Irem in Schiedam. Politieagenten zijn al zo’n dertig keer bij het stel geweest vanwege meldingen van geweld. Beide partners hebben volgens agenten een kort lontje; er is herhaaldelijk spijt achteraf.
Irem had vooraf aan het Openbaar Ministerie een brief gestuurd waarin ze zei dat Ali haar niet had proberen te wurgen en dat zij onder druk was gezet door een vriendin om aangifte te doen. De rechter trok die verklaring in twijfel: in het dossier zitten foto’s van rode krassen bij Irem, op hals, borst en arm, en ook bij Ali zijn krassen te zien. Een vriendin van Irem verklaarde dat Ali haar aan het haar trok en tegen een toiletdeur duwde; die vriendin zou een afspraak met Irem hebben gehad om direct de politie te bellen zodra het woord ‘bel’ werd gezegd.
Ali ontkent opzettelijk geweld en zegt dat hij handelde uit zelfverdediging. Hij houdt vol dat Irem hem meerdere malen aanviel en wijst de ruzie deels op haar medicatie: "Het waren de hormonen", zei hij, verwijzend naar anticonceptie die volgens hem haar stemming beïnvloedde. Hij erkent wel een langdurig problematische relatie van zes jaar en volgt sinds augustus therapie; daarin leerde hij onder meer weg te lopen als hij boos is.
Juridisch knelt vooral dat Ali al eerder voor huiselijk geweld is veroordeeld, meest recent in maart (taakstraf en voorwaardelijke celstraf), en dat hij daarmee zijn proeftijd schond. De officier van justitie benadrukte de zorg over het voortdurende patroon van conflicten en de belasting voor hulpdiensten. De officier vroeg om begeleiding door reclassering en voortzetting van therapie, accepteerde een lichtere primaire straf (taakstraf in plaats van directe celstraf) maar eiste een zwaardere voorwaardelijke gevangenisstraf en wilde schuldhulpverlening vanwege Ali’s flinke schulden.
De rechter gaf Ali alsnog een laatste kans: voor de meest recente ruzie zes weken voorwaardelijke gevangenisstraf, voor eerdere geweldsdelicten dertig uur werkstraf en een week voorwaardelijk. De rechter ziet geen noodzaak om Ali verplicht naar schuldhulpverlening te sturen. Ali besloot na beraad geen hoger beroep aan te tekenen.
Achtergrond: de zaak illustreert de complexiteit van herhaald huiselijk geweld waarbij slachtoffers en verdachten soms van verhaal veranderen, terwijl politie en justitie worstelen met preventie, hulpverlening en de grens tussen straf en begeleiding.