Rechter bepaalt: onder een concurrentiebeding kom je niet uit
In dit artikel:
Drie voormalige medewerkers van een technisch uitzendbureau in de Rijnmond moeten toch op zoek naar ander werk omdat hun concurrentiebeding blijft gelden. Het geschil ontstond nadat twee broers, die sinds 2018 samen het uitzendbureau runden, ruzie kregen. Broer B richtte in juli een nieuw, concurrerend uitzendbureau op en liet drie ervaren collega’s van het oude bedrijf per 1 oktober overstappen. Die werknemers hadden een concurrentiebeding dat hen het eerste jaar na vertrek verbood vergelijkbaar werk te doen binnen een straal van 50 km.
Broer B probeerde de werknemers eenzijdig van dat beding te “bevrijden” terwijl hij nog aandeelhouder was, maar de rechtbank in Rotterdam oordeelde dat dat niet kon. De rechter bepaalt dat het beding blijft gelden tot 1 oktober 2026. Als de oud-werknemers toch voor een concurrerend bedrijf gaan werken, riskeren zij een boete van €500 per dag tot maximaal €100.000 per persoon. Daarnaast had de rechter eerder al besloten dat broer B €25.000 aan broer A moet betalen omdat de omzet door het vertrek halveerden.
Verder mogen de oud-werknemers geen gebruikmaken van 15.000 eerder gedownloade potentiële klantgegevens (bij schending: €250 per dag, max. €50.000) en geen klanten benaderen waarmee het oude bedrijf het afgelopen jaar zaken deed (bij schending: €500 per dag, max. €100.000). De werknemers moeten ook de proceskosten vergoeden. De zaak benadrukt dat concurrentiebedingen en vertrouwelijkheidsregels streng door de rechter kunnen worden gehandhaafd.