Geen straf voor vrouw (27) die Lydia te lijf ging bij het uitlaten van honden: 'Noodweer'

In dit artikel:

De rechtbank in Rotterdam heeft de 27‑jarige Romy woensdag vrijgesproken van zware mishandeling die plaatsvond op 21 juni 2021 in Spijkenisse. Tijdens een uitlaatronde met de cockerspaniël Bruce ontstond een woordenwisseling met Lydia, die haar eigen hondje bij zich had. De ruzie escaleerde en speelde zich op drie plekken af; Lydia raakte daarbij ernstig gewond (kneuzingen, verschillende breuken, een uit de kom geraakte heup) en lag elf dagen in het ziekenhuis.

De rechtbank oordeelt dat delen van het geweld als noodweer kunnen worden aangemerkt: bij een confrontatie eerder op de route had Lydia Romy een duw gegeven en bij een volgend moment resulteerden wederzijdse slagen en duwpartijen. Die handelingen van Romy vielen volgens de rechter binnen de grenzen van zelfverdediging; beide vrouwen waren aan elkaar gewaagd.

Het zwaarste letsel — vooral de ernstige heupverwonding die artsen deed denken aan een aanrijding of een klap met een voorwerp — ontstond toen Lydia op een veldje ten val kwam. De rechtbank vond echter onvoldoende bewijs dat Romy die verwondingen heeft toegebracht. Twee weken voor de zitting verklaarde Romy dat haar ex die avond met een grijze BMW naar het veldje was gekomen en Lydia zou hebben aangevallen. Er is geen bewijs voor tevoren overleg of voor medeplegen, zodat dat scenario niet bewezen is.

Het Openbaar Ministerie vond de late verwijzing naar de ex verdacht en had drie jaar later nog gevraagd om straf: 120 uur werkstraf en 36.000 euro schadevergoeding aan de nabestaanden. Met de vrijspraak vervallen die eisen; het OM heeft twee weken om mogelijk in hoger beroep te gaan. Romy was niet bij de uitspraak aanwezig. Lydia’s zus reageerde emotioneel en botste met de rechtbank over de weging van de verschillende letsels. Lydia zelf overleefde de nasleep van het incident niet: op 5 juni dit jaar liet zij haar leven beëindigen wegens lichamelijke en geestelijke uitputting.