Horeca krijgt geen nieuwe vergunning voor 'coronaterras': 'Het staat al jaren zo'
In dit artikel:
Horecaondernemers in Vlaardingen staan onverwacht op scherp nu veel aanvragen om de tijdelijke, verruimde coronaterrassen definitief te krijgen door de gemeente zijn afgewezen. De verruiming was tijdens de coronapandemie (zomer 2020) ingevoerd als compensatie voor omzetverlies en later vastgelegd in het Ondersteuningsplan horeca Vlaardingen 2021–2024; de regeling loopt formeel door tot 31 december 2025. Eind juni kregen exploitanten een brief met het verzoek een reguliere vergunning in te dienen om het grotere terras te mogen behouden.
Tot ieders verbazing keurde de gemeenteafdeling Bijzondere Wetten vervolgens veel van die aanvragen af. Café-eigenaren zoals Junior Flynn (The Irish Pub, D’Oude Stoep) en Tiny Prophitius (Café Concordia) reageren kwaad en gefrustreerd: zij wijzen erop dat de terrassen vaak nauwelijks zijn gewijzigd of al jaren op dezelfde plek staan. De afdeling noemt in enkele gevallen veiligheids- en wettelijke bezwaren — bijvoorbeeld verkeer of nabijheid van water — waardoor delen van terrassen niet toegestaan zouden zijn. Ondernemers vinden die argumenten onterecht en wijzen op het lokale karakter en de praktijkervaring van tientallen jaren zonder incidenten.
Raadslid Frans Hoogendijk heeft de kwestie bij gemeentelijk management aangekaart; het afdelingshoofd zegt de zaak op te pakken en bevestigt dat het niet de bedoeling is dat aanvragen routinematig worden afgewezen. De gemeente benadrukt verder dat aanvragen binnen twaalf weken beoordeeld worden, dat een mogelijke weigering eerst telefonisch wordt toegelicht en dat een besluit pas vaststaat na een officiële brief. Wethouder Rens de Ron onderzoekt intern of de huidige regels ruimte bieden om meer terrassen toe te staan en zegt zoveel mogelijk terrassen te willen behouden zolang dat binnen de wet gebeurt.
Gevolg voor ondernemers is onzekerheid en extra kosten (vergunningkosten rond enkele honderden euro’s), met het risico dat sommige cafés straks zonder terras komen te zitten — een klap voor de levendigheid en inkomsten in de binnenstad. De zaak illustreert het spanningsveld tussen lokale praktijk en strikte juridische toetsing binnen gemeentelijke besluitvorming.