Kees (80) runt in zijn krappe achtertuin een topsportcentrum voor duiven: 'Ze krijgen alles van mij'
In dit artikel:
Kees Commijns, een 80-jarige duivenmelker uit het centrum van Rotterdam, besteedt al meer dan vijftig jaar zijn leven aan de duivensport, die hij beschouwt als een ware topsport. In zijn kleine, betegelde achtertuin runt hij een duivenimperium dat hij sinds 1967 heeft opgebouwd, toen hij als twintiger begon met een paar duiven die hij ruilde voor een konijn. Ondanks het afnemen van het aantal duivenhouders in Nederland, koestert Kees zijn passie intensief en heeft hij met zijn duiven talloze prijzen gewonnen, waaronder een tweede plaats op een nationale wedstrijd in 1970.
De duivensport draait om wedstrijden waarbij postduiven zo snel mogelijk van een vooraf bepaalde plek terugkeren naar hun hok, waarbij snelheid en uithoudingsvermogen centraal staan. Kees benadrukt de spanning en het onvoorspelbare karakter van de sport en beschouwt het houden van duiven niet als hobby, maar als een levensstijl en ritueel, vooral sinds het overlijden van zijn vrouw in 2020. De dagelijkse verzorging bestaat uit het afwisselend laten vliegen van duiven in de vroege ochtenduren, schoonmaken, voeren en zorgen voor de dieren met speciale aandacht voor voeding, waaronder supplementen zoals bietenpoeder.
Hoewel Kees met gezondheidsproblemen kampt, wil hij zo lang mogelijk doorgaan met zijn passie. Tegelijkertijd maakt hij zich zorgen over het voortbestaan van de duivensport en het ontbreken van opvolgers in zijn regio, wat volgens hem samenhangt met een gebrek aan waardering voor deze traditionele tak van sport. Hij hoopt uiteindelijk dat zijn huis en duiven samen verkocht kunnen worden zodat zijn nalatenschap niet verloren gaat. Kees is daarmee één van de laatste representanten van een bijna verdwenen cultuur binnen Nederland, die hij met trots en toewijding in stand houdt.