Na de Waalhaven-ongevallen: waarom BHV belangrijker is dan ooit

In dit artikel:

Bij het bedrijf C. Steinweg Group in de Waalhaven in Rotterdam is opnieuw een medewerker om het leven gekomen tijdens werkzaamheden in het ruim van een schip. Het ongeluk is het derde ernstige incident bij hetzelfde bedrijf in korte tijd en zet veiligheidszorg, opleiding en toezicht in de havenregio weer scherp onder de loep.

De Rotterdamse haven is een compact industrieel knooppunt met zware machines, grote schepen en hoge logistieke druk, waardoor de kans op gevaarlijke situaties groter is dan op veel andere werkplekken. Veiligheid draait daar niet alleen om regels of technische maatregelen, maar vooral om het bewustzijn en de paraatheid van medewerkers in de dagelijkse praktijk.

BHV’ers spelen een sleutelrol bij eerste hulp, ontruiming en brandbestrijding; praktijkgerichte trainingen en scenario-oefeningen maken het verschil in de cruciale eerste minuten na een incident. In de praktijk blijkt echter dat sommige organisaties trainingen als een eenmalige verplichting behandelen in plaats van als doorlopend onderdeel van hun bedrijfsvoering, wat de weerbaarheid reduceert.

De reeks ongevallen in de Waalhaven benadrukt dat bedrijven proactief moeten investeren in opleiding, preventie en een veiligheidscultuur waarin medewerkers risico’s herkennen en elkaar aanspreken. Structurele scholing en toezicht — naast naleving van arbeidsveiligheidsregels — kunnen de kans op herhaling verkleinen en de impact van ongevallen beperken.