Nenad (28) trapt op rem om agent af te schudden: 'Deed ogen dicht en wachtte op klap'
In dit artikel:
Nenad V., een 28‑jarige man uit Rotterdam, wordt verdacht van een levensgevaarlijke rit over de snelweg op 7 april 2024 en van een steekincident in de penitentiaire inrichting in Vught. Volgens het Openbaar Ministerie reed hij bijna twee uur extreem hard — tot 220 km/u — vanaf de Van Brienenoordbrug, wisselend van rijstrook, gebruikmakend van de vluchtstrook en soms op circa één meter van andere weggebruikers. Op de A20 bij Vlaardingen volgde een motoragent hem; door plots remmen van V. moest die agent uitwijken, waarbij volgens de rechter ernstig gevaar voor zwaar letsel bestond. De achtervolging stopte op de A10 toen de Mercedes van V. zonder brandstof kwam te staan.
Tijdens de inhoudelijke zitting spraken twee motoragenten via hun spreekrecht over de impact van de achtervolging. Een van hen zei dat zijn werkplezier en vertrouwen waren aangetast; de ander, die dit spreekrecht na 34 jaar voor het eerst gebruikte, vertelde dat hij verwachtte te crashen en dat zijn dochter hem vroeg te stoppen met het werk. V. toonde in de rechtszaal weinig emotie of berouw en zei herhaaldelijk geen herinnering te hebben aan de gebeurtenissen.
Na zijn eerste verschijning op 8 oktober 2024 werd V. overgebracht naar PI Vught. Kort daarna ging hij met een tafelmes van 21 cm een medewerker te lijf; ook dat incident verklaarde hij niet te herinneren en het is bij de behandeling meegenomen. Psychiatrisch onderzoek door het Pieter Baan Centrum concludeerde dat zijn verbale intelligentie onderontwikkeld is en dat hij op 22‑jarige leeftijd een psychose heeft gehad. Hij stopte herhaaldelijk met medicatie en zijn vader had kort vóór de dollemansrit melding gemaakt van een mogelijke zelfmoordpoging en later van een psychose.
De officier van justitie eist tbs met dwangverpleging plus 24 maanden gevangenisstraf, met aanklachten variërend van poging tot doodslag op de motoragenten tot zware mishandeling van de medewerker en ernstige verkeersovertredingen. De verdediging vindt de eis te zwaar en betwist onder meer dat er sprake was van een poging tot doodslag; ook is er discussie over de hoogte van de gevorderde schadevergoedingen. V. bleef tijdens de zitting veelal zwijgen; de uitspraak is gepland op 15 september.