Politiek boos op wethouder Financiën: 'De realiteit is dat de Rotterdammer meer betaalt'
In dit artikel:
De Rotterdamse wethouder van Financiën, Bart-Joost van Rij (Leefbaar Rotterdam), krijgt een motie van afkeuring aan zijn broek nadat hij bij de begroting de rekenwijze voor de belastingdruk heeft aangepast zonder dat hij dat expliciet aan de gemeenteraad meldde. De wijziging — door de Rotterdamse Rekenkamer ontdekt en volgens Van Rij terug te vinden diep in de begrotingsstukken (pagina 211) — leidt tot een lagere uitkomst van de belastingdruk dan bij de gebruikelijke methode.
Belastingdruk vergelijkt gemeentelijke heffingen (zoals OZB, rioolrecht en afvalstoffenheffing) met het landelijk gemiddelde en geeft aan in hoeverre een gemeente de lasten kan verhogen bij tegenvallers. Van Rij verdedigt zijn keuze als een actuelere berekeningswijze; partijgenoten in het college profiteren politiek van het gunstigere resultaat. Oppositieleden, onder aanvoering van Ellen Verkoelen (JOU), vinden dat de raad hierdoor onjuist is geïnformeerd en dat de wijziging het beeld vertekent: woonlasten zijn volgens hen in drie jaar met 14 procent gestegen tegenover 8 procent landelijk, en dat blijft buiten beeld met de nieuwe methode.
Van Rij erkende dat de communicatie tekortschiet — “het verdient geen schoonheidsprijs” — maar hield vol dat er niets onrechtmatigs is gebeurd en dat de begroting als voorstel aan de raad lag. Verkoelen diende een motie van afkeuring in die bijna door de gehele oppositie werd gesteund, maar strandde omdat de coalitie (Leefbaar, VVD, D66 en DENK) achter de wethouder bleef staan. De einduitslag van de stemming was 17 voor en 24 tegen, waardoor Van Rij in functie kon blijven.