Tegen deze drempels loopt het gay nachtleven in Rotterdam: 'We moeten ons niet vergelijken met Amsterdam'

zaterdag, 25 oktober 2025 (18:51) - RTV Rijnmond

In dit artikel:

Rotterdam heeft een levendig queer nachtleven, maar wie écht wil uitgaan pakt volgens velen nog vaak de trein naar Amsterdam. Historisch kende de stad bekende gaybars — de Cosmo sloot in 2016 — en tegenwoordig zijn er nog plekken als Strano, KeerWeer en FERRY. Toch klinken er kritische geluiden: bezoekersaantallen blijven beperkt, het gevoel van gemeenschap lijkt minder sterk en de scene kampt met structurele obstakels.

Eigenaar Marc Kabbedijk van gayclub FERRY ervaart al meer dan tien jaar vragen waarom het nachtleven niet groeit. Zijn analyse is pragmatisch: er is een plafond bereikt dat vooral door markt- en demografische realiteit wordt verklaard. De queergemeenschap is kleinschalig en brengt financieel minder op dan het algemene uitgaanspubliek, waardoor nieuwe cafés of clubs hogere risico’s met zich meebrengen. Kabbedijk wijst tegelijk op positieve signalen: identiteit en het verlangen naar eigen plekken nemen toe, en dat versterkt de behoefte aan veilige, herkenbare uitgaanslocaties.

Nachtburgemeester Thys Boer erkent het belang van eigen ruimtes, maar benadrukt dat Rotterdam nog niet echt inclusief is. Kennis, macht, geld en vastgoed zijn ongelijk verdeeld; sommige groepen hebben minder toegang tot die middelen en daardoor minder ruimte in de nacht. Boer en de nachtraad N8W8 R’dam proberen dat gat te dichten door gemarginaliseerde groepen te helpen eigen initiatieven — van een eigen kroeg tot speciale avonden in bestaande clubs — te organiseren. Veiligheid is een ander belangrijk aandachtspunt: mensen moeten zich veilig kunnen voelen op straat en in clubs, een zorg die extra gevoelig ligt sinds de recente moord op de 17-jarige Lisa na een avond uit in Amsterdam.

Ook het ondernemersklimaat speelt een rol. Onder burgemeester Ahmed Aboutaleb verslechterde het imago van Rotterdam als uitgaansstad; corona versnelde problemen. Met de nieuwe inrichting onder burgemeester Carola Schouten is de aandacht voor het nachtleven toegenomen en verbetert het ondernemersklimaat langzaam, maar uitdagingen blijven. Horecamakelaar Marcel Verbaas merkt dat potentiële uitbaters kritischer zijn en minder risico nemen: locaties moeten kant-en-klaar zijn, plannen moeten solide en onderscheidend zijn, en de financiële drempels zijn hoger dan vroeger. Een gevestigde naam als gaybar Bonaparte bleek aantrekkelijk voor investeerders toen de eigenaar overleed, juist omdat veel onzekerheden al waren weggenomen.

De vergelijking met Amsterdam ontstaat logisch door historie en schaal, maar is volgens betrokkenen grotendeels ongelijk: Amsterdam profiteert van toerisme en doordeweekse uitgaanscultuur, terwijl Rotterdam meer weekendgericht is. De kernvraag voor wie een bruisender queer-nachtleven wil, blijft praktisch: de gemeenschap zal zelf moeten investeren — "talk the talk, walk the walk" — want groei vraagt zowel geld als initiatief. Rotterdam heeft de basis en stijgende lijn, maar uitbreiding vergt gerichte inzet op veiligheid, toegang tot middelen en ondernemersbereidheid.